- De katholieke partij Sinn Féin won vorige week voor het eerst een meerderheid in het Noord-Ierse parlement.
- Het is mogelijk een eerste kleine historische stap richting een verenigd Ierland; daar is een proces en een referendum voor nodig dat jaren kan duren.
- De overwinning van Sinn Féin is een klap voor de post-Brexitplannen van Boris Johnson.
- Lees ook: Boris Johnson zet aanval in op standpunt EU over Noord-Ierland, terwijl hij onder druk staat vanwege ‘partygate’
Sinn Féin, de voormalige politieke arm van de IRA, won afgelopen weekend voor het eerst in de geschiedenis de parlementsverkiezingen in Noord-Ierland. Met 27 zetels is de partij de grootste in het negentig zetels tellende Stormont.
Na de bekendwording van de historische zege, sprak adjunct-voorzitter Michelle O’Neill volgens The Guardian, over een “mijlpaal voor de politiek en de Noord-Ierse bevolking”. Ook haalde ze in bedekte termen de eenwording van Ierland aan, de al meer dan honderd jaar lange missie Sinn Féin: “Laten we een gezond debat houden over hoe onze toekomst eruit gaat zien”.
Hoewel eenwording bovenaan de politieke agenda van Sinn Féin staat, ligt een mogelijke eenwording zeker vijf tot tien jaar in de toekomst. Voor deze beslissing moet volgens de voorwaarden van het Goede Vrijdag Vredesakkoord een referendum uitgeroepen worden, en die macht ligt bij de Britse minister van Noord-Ierse Zaken Brandon Lewis. Die wijst vooralsnog een referendum, met verregaande consequenties voor het Verenigd Koninkrijk, categorisch af.
Zo’n volksraadpleging kan volgens juridische experts van University College London pas plaatsvinden met de zegen van Londen en als de maatschappelijke steun ervoor in Ierland en Noord-Ierland boven de 55 procent ligt.
In 2021 wees een peiling onder de bevolking van Ierland en Noord-Ierland uit dat die mate van steun er nog lang niet is, en sterk wordt bepaald door de economische voorwaarden van zo'n eenwording.
Kopzorgen voor Britse premier Boris Johnson
Wat de zege van Sinn Féin wel op de korte termijn veroorzaakt, is extra hoofdpijn voor de Brexit-plannen van Downing Street. Premier Boris Johnson wil al sinds vorig jaar het naar eigen zeggen 'onwerkbare' Noord-Ierland Protocol opblazen.
Volgens deze Brexit-overeenkomst die het VK en de EU hebben afgesloten, moeten alle goederen die Noord-Ierland ingaan voldoen aan de Europese regels. Op deze manier werd voorkomen dat er een harde grens nodig is voor het vrachtverkeer tussen Noord-Ierland en EU-lidstaat Ierland.
Bij de Noord-Ierse verkiezingen verloor de Democratic Unionist Party (DUP), de pro-Britse en pro-Brexit-partij, de meerderheid in het parlement. Dat betekent volgens Politico dat sinds vorige week de meeste beleidsmakers in Stormont willen dat het Noord-Ierland Protocol in stand blijft.
De DUP toonde zich het afgelopen jaar, in lijn met de regering van Boris Johnson, een groot voorstander voor het opblazen van het protocol. Ondanks het historische verlies - de partij verloor drie van de 28 zetels - waarschuwde de DUP vorige week al dat het niet zou deelnemen aan de vorming van het parlement als Downing Street geen werk maakte met het schrappen van het Noord-Ierland Protocol.
Volgens het Goede Vrijdag-vredesbestand delen de katholieke en protestantse groepen in het land samen de macht. Als de DUP zich terugtrekt, betekent dit dat er nieuwe verkiezingen moeten worden georganiseerd en dat de spanningen tussen de verschillende groepen in Noord-Ierland mogelijk weer oplopen.